Famillie LITIERE uit Ieper

De binnenstad werd al enkele dag fel gebombardeerd wanneer op 4 november 1914 Oscar SEGERS overleed. De dood van Oscar was afschuwelijk! Door een enorme explosie werd het hoofd afgerukt van Oscar die aan de voordeur van zijn meubelwinkel op de Vandepereboomplaats n°8 stond. Zijn twee dochtertjes werden naar het hospitaal gevoerd met ernstig verwondingen. Die dag overleed ook de 38-jarige Octavie LITIERE in Ieper
Na dit dodelijk ongeval beslisten de kroostrijke gezinnen Litières om Ieper te verlaten.

De daaropvolgende maanden bleef de oorlog ongenadig voor de familie wanneer de 12-jarige Cyriel op 5 februari 1915 in Ieper overleed aan de gevolgen van tyfus. Cyriel was een zoon van Aloïs LITIERE en kantwerkster Melanie BROUCKAERT die langs de Zonnebekesteenweg woonden. Toen ook grootvader Livinus op 15 maart sterft besliste Aloïs, bediende bij de Post en Telegrafie, om met zijn gezin te vertrekken naar Duinkerke.

Wanneer de Schotse verpleegster Georgie Fyfe in de zomer van 1915 Aloïs en zijn vrouw Mélanie in Duinkerke ontmoette, werden afspraken gemaakt om 4 van hun 5 kinderen naar Zwitserland te laten vertrekken.
Camille was 14 jaar oud, en zijn broer Gaston 12 wanneer ze halverwege de maand Juni in het Zwitserse kanton Valais aankwamen en toevertrouwd werden aan Monseigneur Jules-Maurice Abbet die sinds 1901 bisschop van Sion was. Hun broer Victor die 8 jaar oud was kwam terecht bij het gezin van advocaat Jean Graven in Sion. De 6 jaar oude Michel verbleef in het zelfde stadje bij het gezin van notaris Oswald Allet en Marie Nucé die zelf drie jongens hadden. Hun jongste zoontje Etienne Allet was even oud als Michel.
De Vlaamse kinderen in Sion konden in het pensionaat van het nabijgelegen dorpje Uvrier lessen aardrijkskunde, godsdienst en geschiedenis volgen in het Nederlands dankzij de Belgische aalmoezenier Pinte.

De broer van Aloïs broer, Camille LITIERE, arbeider bij Post en Telegrafie (weduwnaar van Julia VERKAMER) en zijn vrouw, naaister Julia-Marie DENIL, die in Ieper langs de steenweg naar Dikkebus woonden, waren naar Vlamertinge gevlucht.
Tijdens hun verblijf in Vlamertinge, kon Georgie Fyfe de 37-jarige Camille overtuigen om zich naar Hazebrouck te laten evacueren met zijn vrouw Julia (29) en kinderen Bertha (10,5), Robert (8), Germana (6) Joseph (4), Simonne (3), André (2) en Yvonne die enkele maanden oud was.
Na Hazebrouck werd hun volgende bestemming Orléans, 130 km ten zuiden van Parijs, waar enkele maanden na hun vlucht uit Ieper – op 29 april 1916 om 5u30 – de kleine Elisabeth werd geboren in hun verblijfplaats in de rue Judelle 7bis. Het kind zou twee jaar later overlijden.
Ondertussen was het gezin verhuisd naar de andere oever van de Loire, waar Fernande-Julienne – op 9 oktober 1917 om 4u30 – in rue l’Impereur n°17 werd geboren. Maar… 15 dagen na de geboorte overleed ook dit dochtertje.
Tijdens hun verblijf in Orléans werden in 1918, 1920 en 1921 Raymonde-Elisabeth, Lucienne-Adrienne (overleed na 2 maanden) en Georges geboren.

Ook Pierre LITIERE gehuwd met Maria DELCROIX, wiens zoon Petrus-Jacob op 21 januari 1915 in Ieper was overleden, waren met hun kinderen Irma (°1901), Camiel (°1903), Gaston (°1904), Achille (°1905), Oscar (°1907), Adrianna (°1909), Jules (°1910), André (°1912), Remi (°1913) en het gezin van zijn broer Camille naar Oléans gevluchten waar ze een woning vonden in de rue de la Charpenterie n°42.
In deze woning werd op 17 april 1917 hun zoon Albert-Raymond geboren.

In 1918 is er plots onduidelijkheid over het lot van de kinderen LITIERE die in het Zwitserse Sion verbleven wanneer hun beschermheer bisschop Abbet op 11 juli na een langdurige ziekte overleed.
Camille, Gaston, Victor en Michel LITIERE verbleven nog steeds in Sion wanneer hun vader Aloïs-Arthur in de gemeente Le Raincy, departement Loiret, sterft. Aloïs was 41 jaar oud bij zijn overlijden in een woning in de Allée Gambetta n°2 op 20 september, waar hij met zijn echtgenote inwoonde bij het gezin van Adriën Dutot en Marie Billard.
Wanneer de oorlog voorbij was kwamen de kinderen van Aloïs LETIERE bij hun moeder wonen die ondertussen naar Orléans was verhuisd.

Enkel het gezin van Pierre LITIERE en Maria DELCROIX, die voor de oorlog langs de Meenensteenweg in Ieper woonde, keerden na meer dan 5 jaar ballingschap naar West-Vlaanderen terug: Pierre en Maria gingen met hun 10 kinderen in Kortrijk wonen.
Henri LITIERE en Eudoxie RAMON die met hun kinderen naar het departement Yonne waren gevlucht, vestigden zich na de oorlog in Waasten met hun kinderen Anna (°1908) en André (°1912). Hun zoon Victor-Henri (°1899) huwde in 1922, voor het vertrek van zijn ouders, broer en zus in Héry (Yonne).

De kinderen van Aloïs LITIERE en Melanie BROUCKAERT, en van Camille LITIERE en Julia-Marie DENIL bleven in het departement Loiret.
De eerste kinderen LITIERE die in Orléans huwden, waren de 19-jarige Gemaine die op 18 februari 1928 in huwde met de 20-jarige Marceau VELLAINE uit Chevilly die met zijn moeder in de rue du Faubourg St.-Vincent n° 86 woonde. Simonne LITIERE die danseres was in ‘Le théâtre des folies Bergère’, was in 1929, op 17-jarige leeftijd, gehuwd met de 20-jarige André LEPERE uit Châtillon-en-Bazois (Nièvre) die in Orléans met zijn moeder in de rue de l’Empereur N° 2bis woonde. Het gezin LETIERE, vader Camille was leerlooier, woonde in 1929 nog steeds op n° 17 in dezelfde straat.